Er lijkt een einde gekomen aan de mooie omzetgroei voor supermarkten in coronatijden: in week 25 bedroeg de groei 3,0% voor België en 5,9% voor Nederland, de laagste cijfers sinds het begin van de pandemie.
Geen feestdagen
Zowel in de Belgische als in de Nederlandse supermarkten kenden de FMCG-verkopen in week 25 (15 tot 21 juni) volgens onderzoeksbureau Nielsen de langzaamste groei in een “normale” week sinds het begin van de pandemie. De Belgische omzet ging er met 3,0% op vooruit op jaarbasis, terwijl de Nederlandse omzet met 5,9% iets hoger was. Het was een week zonder feestdagen, en dat is niet zonder belang: in de lentemaanden schommelt de omzet vaak sterk als gevolg van de onregelmatige feestdagen, zoals Pasen, Hemelvaartsdag en Pinksteren.
“Als we kijken naar de externe trends die de FMCG-omzet typisch beïnvloeden, zoals het weer of de feestdagen, dan hebben we daar de afgelopen week niet veel van meegekregen”, aldus algemeen directeur Johan Vrancken van Nielsen Benelux Connect. “De temperaturen waren vorig jaar in week 25 vrij gelijkaardig, en er waren deze week geen officiële feestdagen die de verkoop in de supermarkten beïnvloedden.”
“Hoewel de horeca in Nederland begin deze maand alweer is geopend, zagen we de afgelopen week de grenzen tussen onze twee landen officieel opengaan en hebben de Belgische bars en restaurants veel trafiek gezien. Dit kan zeker een rol spelen bij enkele van de laagste absolute verkopen (364 miljoen euro) die we sinds het begin van de crisis in België hebben gezien”, aldus Vrancken.
Voorafgaand aan de coronacrisis werd voor 2020 een vlakke groei van de Belgische FMCG-markt voorspeld.