De Belgische kleinhandelaars zijn niet te spreken over het dreigement van de Europese Commissie om België voor het Europees Hof van Justitie te dagen, om zo de afschaffing van de sperperiode af te dwingen. Unizo en het Nationaal Secretariaat voor Zelfstandigen (NSZ) vinden dat de Commissie een antwoord van het Hof moet afwachten over de juiste interpretatie van de sperperiode, vooraleer ze België mag dwingen de betrokken regels te veranderen.
<!–*/
/*–>*/
De prejudiciële vraag die aan het Hof was gesteld, was of de sperperiode wel echt onverenigbaar is met de Europese richtlijnen over oneerlijke handelspraktijken. Zolang het Hof daarover geen uitspraak gedaan heeft, zo redeneert de kleinhandel, mag de Commissie niet handelen alsof dat zo is. Als beide maatregelen wél verenigbaar zijn, hoeft België de sperperiode uiteraard niet af te schaffen. Eind dit jaar zou het Hof uitspraak moeten doen, terwijl de Commissie België nog maar twee maanden de tijd geeft.
Sperperiode: verbod op korting of op affichering?
De hele discussie draait om wat de sperperiode nu juist is. “Een periode waarin geen kortingen zijn toegestaan. Dat is onrechtmatige bemoeienis van de overheid in de prijszetting van handelszaken en nadelig voor de consument”, stelt de Europese Commissie. Bij UNIZO en NSZ klinkt het anders. “Een periode waarin het niet is toegestaan de kortingen van de soldenperiode te afficheren; kortingen zélf zijn wel toegestaan”, aldus de zelfstandigen. Volgens de laatsten komt de overheid niet tussen in de prijszetting, maar enkel in de regels rond affichering. Daar zou de Belgische overheid dan weer weinig mis mee doen. Meer zelfs: het handhaven van de sperperiode zou de eerlijke concurrentie tussen de handelaars net ten goede komen, en dus ook goed zijn voor de consument.
Daarnaast vragen UNIZO en NSZ aan Europa om meer rekening te houden met de kleinere spelers op de markt. “De sperperiode beschermt hen tegen de grote ketens”, klinkt het daar. UNIZO gaat zelfs nog iets verder, en laat weten alle nodige pistes te zullen bewandelen om de zelfstandige modehandel te blijven ondersteunen, mocht het Hof van Justitie de Europese Commissie toch gelijk geven.