Huismerken en online boodschappen hebben nu de wind mee, denkt CEO Frans Muller van Ahold Delhaize. Als retailer wil hij kortere en meer transparante bevoorradingslijnen.
Enorme kosten
De uitstekende cijfers die retailgroep Ahold Delhaize afgelopen week kon voorleggen, bezorgen topman Frans Muller gemengde gevoelens. “Voedsel is een veilige haven, een robuuste sector in tijden van crisis. Toch kan ik er niet heel blij van worden. Ik presenteer zulke cijfers liever in een wereld zonder pandemie. En de economische neergang die zeker gaat komen is voor niemand goed”, zegt hij in een reactie aan NRC.
De impact van thuiswerken zal al bij al beperkt blijven, denkt hij, al verwacht hij wel een aanhoudend positief effect als restaurants dicht blijven en mensen ’s avonds meer thuis eten. Bovendien wijst hij erop dat met de omzetgroei ook flink hogere kosten gepaard gaan. “We hebben 40.000 mensen moeten aannemen om de pieken en het ziekteverzuim op te vangen“, zegt hij aan het FD. “In de winkels hebben we aanpassingen moeten maken, zoals spatschermen bij de kassa’s, beveiligers en bewegwijzering. En we hadden enorme kosten in de voedselketen.”
Kortere aanvoerlijnen
De lege rekken als gevolg van hamsteraankopen waren niet te vermijden, denkt Muller. Ze zijn het resultaat van een erg efficiënte bevoorradingsketen: winkels hebben nauwelijks nog voorraad en worden tot driemaal per dag beleverd. Dat heeft een keerzijde: een gebrek aan flexibiliteit. Toch zullen winkels geen grotere voorraden gaan aanhouden, want daar hebben ze de ruimte niet voor.
Wel denkt het bedrijf aan andere afspraken met leveranciers en een andere inrichting van de distributiecentra. “Alle retailers moeten hiervan proberen te leren. Waar ligt onze voorraad, waar ontstaan mogelijk tekorten, kunnen we veiligheidsvoorraden aanleggen? Je kan garnalen uit Vietnam halen, maar als de verpakking uit China moet komen en de fabrieken daar dichtgaan, heb je alsnog een probleem.”
Bedrijven hebben door de crisis meer inzicht gekregen in hun aanvoerketens, en dat is positief: “We willen kortere aanvoerlijnen, maar vooral ook meer transparantie in die lijnen. Met wie werken we precies? Welke compromissen sluiten we met leveranciers, die mogelijk ten koste gaan van duurzaamheid? Dat zijn vragen die we als grote bedrijven moeten beantwoorden.”
Groei voor online en huismerken
In elk geval verwacht Muller een verdere groei voor online. In Nederland opent Albert Heijn daarom versneld twee nieuwe distributiecentra voor online boodschappen. E-commerce hoeft niet te kannibaliseren op de stenen winkels, denkt hij: omnichannelklanten zijn winstgevender. Door de week hebben ze het druk en bestellen ze online, in het weekend komen ze naar de winkel. Wel wil hij nadenken over de bezorgkosten.
Ook zal de grotere aandacht voor gezondheid een thema blijven: mensen weten nu wat overgewicht betekent als je corona krijgt. Daarnaast zal de vraag naar goedkopere huismerken aanhouden, nu het economisch minder goed gaat. Of de coronacrisis een vertraging kan veroorzaken in de verduurzaming die Ahold Delhaize nastreeft? Dat denkt de topman niet: “Ik denk dat consumenten door deze crisis juist veel meer zijn gaan nadenken over zaken die hiermee te maken hebben: voedselverspilling, energievoorziening, goederenvervoer, ontbossing. Ik denk dat er aan tafel meer over wordt gesproken, door ouders en kinderen. Corona zorgt voor meer bewustwording.”