(update) Even leek het erop dat babyspeciaalzaken sinds dit weekend bij de essentiële winkels hoorden en dus open mochten blijven tijdens de gedeeltelijke lockdown in België. Het blijkt echter om een miscommunicatie te gaan, tot opluchting van de lokale handelaars zelf.
Veiligheid en hinderpremie
“Winkels met basisvoorzieningen voor pasgeborenen” mogen voortaan de deuren weer openen, zo klonk het na de Nationale Veiligheidsraad van afgelopen vrijdag. Althans, zo begrepen de handelaars uit de sector het toch, en dat werd meteen op gemengde reacties onthaald.
Zo stond Rodrique Tournel, zaakvoerder van Ciao Bambino uit Sint-Truiden, naar eigen zeggen allerminst te springen om zijn zaak te heropenen, en de ondernemer zei daarin bijgetreden te worden door lokale ondernemers “uit alle uithoeken van Vlaanderen”. De winkeliers vreesden immers voor de gezondheid van hun klanten, maar ook dat de hinderpremie waar gesloten winkels beroep op mogen doen voor hen zou wegvallen.
‘Fake news’
Opvallend genoeg argumenteerden de handelaars in een inderhaast opgesteld persbericht dat het geen “essentiële verplaatsing” is om naar een babywinkel te gaan, en dat ze liever niet op de lijst zouden staan. Eerder vochten kappers er ook al – met succes – voor om dicht te mogen blijven, terwijl ze oorspronkelijk eveneens als essentieel werden bestempeld. Zij moeten de deuren sinds vorige week toch verplicht dicht houden.
Het blijkt echter allemaal op een misverstand te berusten: de FOD Economie zou dit nieuws verkeerd hebben gecommuniceerd. De handelaars krijgen dus gelijk in hun idee dat ze niet-essentieel zijn en moeten de deuren alsnog verplicht gesloten houden.