De helden en heldinnen van de food verdienen een hart onder de riem, vindt uw columnist. Maar hij stelt ook prangende vragen, zoals: waar blijft dat Gele Gevaar eigenlijk als je het nodig hebt? En waarom bleef Jef niet in z’n kot? Kortom: Filet Pur slaat en zalft tegelijk, weliswaar met zorgvuldig ontsmette handen.
Aan paniek grenzende angst
Ik had met haar te doen, het frêle meisje achter de kassa: met schichtige bewegingen trok ze de luttele voedingswaren die ik nog had weten te scoren voorbij de scanner. Daarbij raakte ze de verpakkingen zo min mogelijk aan: zuinig bij een hoekje, met twee vingertoppen, alsof er 10.000 volt op stond. Alles om het contact met die mogelijk besmette producten tot een minimum te beperken. Zelfs het kasticket gooide ze gehaast in m’n richting, in plaats van het te overhandigen. De blik in haar ogen sprak boekdelen: aan paniek grenzende angst was het. Het is me wat, wanneer je als jobstudent in de vuurlinie wordt gedropt…
Het aandoenlijke tafereel speelde zich dinsdagavond af, nét voor retailers massaal handschoenen en handgel begonnen te voorzien en plexi panelen lieten plaatsen bij de kassameubels. Er is terecht collectief applaus voor de vele hulpverleners in de zorg die dag en nacht voor ons en onze naasten paraat staan, maar er mag ook wel eens een dikke duim gaan in de richting van de helden (m/v/x) van de food, de mensen die zo goed en zo kwaad als het kan onze voedselvoorziening op peil trachten te houden: de medewerkers in de voedingsbedrijven, de distributiecentra, het transport en last but not least aan het front, in de supermarkten die dag na dag belegerd worden door hamsterende klanten. Dus, vooraleer ik hier de boel naar wekelijkse gewoonte begin af te zeiken: een welgemeende dankuwel en keep up the good work!
Ootmoedige rechtzetting
We hebben hier trouwens één en ander ootmoedig recht te zetten, vrees ik. Schreven wij van RetailDetail de afgelopen maanden immers niet herhaaldelijk dat er gewoon tevéél supermarkten zijn in België? Dat was dan fout, gelieve ons te excuseren. We hebben ons vergist. Verdringingsmarkt? Integendeel: er zijn er te weinig, dat is nu wel duidelijk. Waar blijven die honderd beloofde Jumbo-winkels eigenlijk? Komaan Frits, we kunnen ze nu echt goed gebruiken. Gelukkig hebben we Sligro nog. Maar hoe geraak je dààr in een halfuurtje weer buiten?
Wie je overigens niet hoort klagen in deze droeve tijden: de aandeelhouders. Kijk even naar de beurs: een ongezien bloedbad, behàlve voor… de grote supermarktketens. Plots zijn het weer veilige havens, rotsen in de branding, bakens van vertrouwen. Staan dan ook netjes in de rij met meer dan anderhalve meter tussenafstand: durfkapitalisten die maar wàt graag een bod willen uitbrengen op de Britse supermarktketen Asda, die niet mocht fuseren met Sainsbury’s en daardoor nog steeds in handen is van Walmart. Dat wordt dus geen koopje.
Logisch: na magere jaren realiseren voedingswinkels ineens recordomzetten. Bovendien zien ze de marges geweldig aandikken doordat ze nu geen promoties meer mogen voeren. Meer zelfs: in de oorlog tegen dat virus mag de prijsoorlog even in de koelkast. Prijsopnemers maken zich nuttiger door een handje toe te steken op de winkelvloer. Winkelmedewerkers hebben momenteel wel wat anders aan het hoofd dan displays plaatsen en affiches ophangen (daarom mochten ze zich donderdag bezig houden met het verwijderen van die troep – daar werd over nagedacht). Maar of dat coronavirus ook op de langere termijn komaf weet te maken met dat hele 1+2-gratis gedoe? Ik zou er m’n geld niet op verwedden.
Aanslag op de gezelligheid
Vanzelfsprekend en noodgedwongen bericht ik u momenteel vanuit het home office Van Rompaey: daar lopen gelukkig allang geen jengelende kleuters meer rond en de wifi is redelijk. Anderzijds is het kantoormeubilair er weinig comfortabel en hebben ze er jammer genoeg geen doppio, enkel filterkoffie. We zijn beter gewend, en we missen die vrolijke jonge bende collega’s, hoe lawaaierig ze soms ook zijn. Een aanslag op de gezelligheid is het, die lockdown-light. Buurtwinkels willen geen babbel meer en roddelen bij de koffiemachine op het werk is er dus ook niet bij.
Aanvankelijk nog wél in Halle. Want Jef bleef niet in z’n kot: hij wou vanop de eerste rij die stijgende beurskoers in het oog blijven houden wellicht, en hij eiste daarbij dat alle medewerkers present zouden tekenen. Geen fan van telewerk: om werk en privé netjes van elkaar te scheiden, officieel. Kantoorbusjes laten rondrijden: geen enkel probleem. Maar van thuis inloggen met de laptop, dat bleek op de één of andere manier niet mogelijk. Nu ja, daar kwam de CEO na een storm van kritiek en een korte meditatiesessie wel snel van terug. Het merendeel van de kantoorslaven werd trouwens gesommeerd om rekken te gaan vullen in de winkels. Zo leren ze ook eens wat écht werken is. Net als de klanten, die voorlopig weer zélf de boodschappentas moeten vullen.
Niet klaar
Voorrang geven aan kwetsbare shoppers willen ze ook al niet, bij Colruyt. Dat de buren maar boodschappen komen doen, zwakkere doelgroepen blijven best thuis. Rationeel is dat misschien wel een heel terechte beslissing, maar de positieve PR die Delhaize scoorde met z’n initiatief om als eerste een bejaardenuurtje in te voeren, was onbetaalbaar. Nu ja, eerlijk is eerlijk: dat ideetje kwam niet van het hoofdkantoor, wel van enkele zelfstandige winkeliers die hun mosterd haalden bij een Bretoense Carrefour Market die viraal ging op de sociale media. Maar goed, het is de executie die telt, nietwaar? Carrefour was er snel bij om ook z’n karretje aan te haken, gevolgd door Albert Heijn.
Over executie gesproken: voor de onlineambities van onze supermarkten blijkt deze coronacrisis een pijnlijke wake-up call. De processen en systemen zijn gewoonweg niet in staat om de huidige pieken op te vangen. Ze hebben hun infrastructuur niet op exponentiële groei gebouwd, zoveel is duidelijk. Ze hadden blijkbaar hun twijfels bij de hoge verwachtingen die analisten al een tijdje koesteren over e-commerce in de food. Nu héb je een katalysator die voor een kantelpunt zorgt, en dan ben je er niet klaar voor… Nochtans wist die ouwe stoïcijn Seneca het al zo’n 2000 jaar geleden (vrij vertaald uit het Latijn): ‘succes is wat er gebeurt wanneer voorbereiding en kans elkaar ontmoeten’. Helaas, heden geen pindakaas…
Neergeknald
We kregen een lezersvraag: “Wij hebben snoepwinkels. Dat is toch voeding hé? Mogen we dan openblijven?” Tja. Wat antwoordt een mens daarop? Snoep is essentieel, toch? En al zeker in barre tijden. Ook de federatie van de drankenhandelaars vraagt ons om mee te delen dat ze wel degelijk open zijn, en voldoende voorraad troost in huis hebben. In de VS hamsteren mensen nu trouwens geen toiletpapier, maar wapens. We verzinnen het niet. Voor het geval dat het écht menens wordt, qua voedselvoorziening. Dan kan je tenminste gewoon je buur neerknallen als die er voor je neus met het laatste pak melk vandoor wil gaan. Greatest country in the world.
Om af te sluiten nog deze geniale zet van een Deense supermarktketen, die een truc bedacht om asociale klanten snel op andere gedachten te brengen. Voor één flacon ontsmettende handgel vragen ze een redelijke 40 kronen (5,5 euro). Vanaf het tweede flesje wordt dat 1000 kronen (134 euro). Et voilà: probleem opgelost! Of zoals ze in Kopenhagen en omstreken zeggen: problemet løst! Nu dat andere nog… Tot volgende week!
Elke vrijdag een overzicht van het FMCG-nieuws in uw mailbox? Meld u hier aan voor onze gratis RetailDetail Food Newsletter.