H&M laat andere kledingmerken voortaan meegenieten van haar toevoerketen. Zo wil de Zweedse modegroep helpen de mode-industrie duurzamer te maken.
H&M gaat leveranciers delen
De op één na grootste kledinggroep ter wereld stelt daarom zijn wereldwijde toevoerketen open voor kleinere modemerken, bericht zakenkrant Financial Times. De dienst gaat Treadler heten en laat modelabels zowel de expertise als de leveranciers van H&M gebruiken, in alle schakels van de keten: van productontwikkeling tot productie en logistiek. Het initiatief gaat van start met een pilootproject, waaraan al enkele niet nader genoemde grote en middelgrote merken aan deelnemen.
Treadler zou een van de eerste wapenfeiten zijn van nieuwe CEO Helena Helmersson, die eerder al instond voor het duurzaamheidsverhaal bij Hennes & Mauritz. “Het is geen geheim dat we deel uitmaken van een sector die commercieel succesvol is, maar niet duurzaam genoeg. Om onze sector toekomstbestendig te maken, hebben we ons toegelegd op het transformeren en verbeteren van onze logistieke keten. We hebben beseft dat de output van onze inspanningen ook waardevol kan zijn voor anderen.”
“Alleen geraak je niet verder”
De toekomst is volgens RetailDetail-oprichter Jorg Snoeck weggelegd voor bedrijven die durven samenwerken, of aan ‘co-opetitie’ doen zoals het boek ‘The Future of Shopping’ beschrijft. Ook H&M is daar blijkbaar van overtuigd, legt projectverantwoordelijke Gustaf Asp tegenover Financial Times uit: “We zijn niet bang of ongerust om onze toevoerketen open te stellen. Individuele merken kunnen maar zo ver komen, om verder te geraken in de sector moeten we die openstellen voor samenwerking.”
Ook voor de gevolgen van macro-economische of geopolitieke onrust, zoals door het coronavirus of handelsoorlogen, staan bedrijven sterker als ze een gezamenlijk leveranciersnetwerk uitbouwen, tipt Asp nog. En natuurlijk ziet H&M er voor zichzelf ook een “schaalbare” businessopportuniteit in.