Terwijl hypermarkten het moeilijk blijven hebben en supermarkten verwikkeld zijn in een hevige prijsconcurrentie, zijn buurt- en gemakswinkels in opkomst. Nieuwe concepten, maar ook nieuwe spelers, verkennen de mogelijkheden. Drie pistes vallen op.
Geen tijd, wel budget
Foodretailers experimenteren de afgelopen jaren volop met nieuwe gemaks- of buurtwinkelformules. Hoofdzakelijk gaat het om stadswinkels die mikken op een publiek van drukbezette, actieve, altijd geconnecteerde professionals: mensen die weinig tijd tot hun beschikking hebben, maar wel voldoende budget. De doorgaans erg kleine verkooppunten moeten het hebben van zowel buurtbewoners als kantoormedewerkers uit de onmiddellijke omgeving, en passanten. Vaak combineren ze verschillende functies: impuls- en/of depannage-aankopen, on-the-go consumptie, hier en daar zelfs co-working ruimte. Snelheid en gemak zijn de ordewoorden. Daarbij kunnen we drie trends onderscheiden.
1. Weg met de kassa
Sinds de aankondiging van het revolutionaire winkelconcept Amazon Go in 2016 (het zou nog twee jaar duren voor hij wérkelijk openging) lijken alle retailers koortsachtig op zoek naar de heilige graal van het winkelen: de winkel zonder kassa. Door het pijnlijke betaalmoment te elimineren uit het winkelproces kunnen klanten tijd winnen en houden ze er nog een leuk gevoel aan over ook. Intussen zijn er in de Verenigde Staten al zeventien vestigingen open en zijn er plannen voor de eerste winkels in Londen. De technologie lijkt naar behoren te werken en de productiviteit is volgens retailexperts ‘uitzonderlijk hoog’. De ontwikkelings- en investeringskost is dat echter ook…
Collega-retailers tonen zich iets minder ambitieus op dat vlak. Heel wat ketens hebben nu wel een zelfscan-app, die shoppers toelaat om met hun smartphone producten te scannen én mobiel te betalen. Die technologie heeft aanhangers, maar is qua gemak eigenlijk niet te vergelijken met wat Amazon Go te bieden heeft. Een stap dichter komt wel het fameuze ‘tap to go’ systeem van Albert Heijn: klanten downloaden de app en activeren hun klantenkaart of hun smartphone. In de winkel tikken ze kort de geactiveerde kaart of telefoon tegen het prijskaartje op het schap van het product dat ze willen hebben. Vervolgens pakken ze het product uit het schap. Na tien minuten wordt het bedrag automatisch van hun rekening afgeschreven. Na een eerste testfase op het hoofdkantoor in Zaandam en in twee winkels in het Amsterdam Medical Center volgen er dit najaar minstens drie bijkomende winkels. Volgens AH zou de technologie nu al ‘volwassen’ zijn.
2. De robotwinkel
Lagere personeelskosten en ongelimiteerde openingsuren zijn de troeven van de onbemande robotwinkel of automatenwinkel. Uitvoeringen variëren sterk: van het naast elkaar zetten van enkele automaten tot de ontwikkeling van een geïntegreerd robotconcept. In Zürich bijvoorbeeld heeft retailer Valora een kassaloze gemakswinkel geopend: de ‘avec-box’ biedt een zorgvuldig samengesteld assortiment van een duizendtal referenties. Het gaat vooral om verse voeding voor onderweg, alledaagse artikelen zoals koffie en de meest noodzakelijke huishoudelijke producten. Enkel wie zich vooraf geregistreerd heeft via de avec-app kan de winkel betreden. Je krijgt toegang door het scannen van een QR-code aan de ingang en ook de afrekening van de aankopen verloopt via de app.
Het Franse Auchan brengt zijn onbemande winkelconcept Auchan Minute van China naar Europa. Het gaat om minisupermarkten zo groot als een container, die 24 uur op 24 geopend zijn. Klanten moeten zich eerst identificeren via een account. Eenmaal binnen kiezen ze hun producten en rekenen ze af door de streepjescodes bij een zelfscankassa in te lezen. Ook het betalen gebeurt uiteindelijk met de smartphone. Ook Carrefour Belgium had plannen om een onbemande 24/7-winkel te openen, aan de Grasmarkt in het centrum van Brussel. Dat veelbesproken project is echter wegens technische problemen afgeblazen. Albert Heijn opende er intussen wél een.
Een gelijkaardige oplossing voor shoppers die wat meer afgelegen wonen, is de zelfrijdende robotwinkel. Het Amerikaanse Robomart presenteerde vorig jaar het prototype van een volautomatische, zelfrijdende buurtwinkel die een assortiment versproducten tot voor de deur brengt. Hij heeft gekoelde schapruimte voor vijftig tot honderd verschillende verse producten, zoals groenten, fruit, zuivel, vlees of gebak. Het elektrische wagentje rijdt 25 kilometer per uur en heeft een autonomie van 130 kilometer. Ahold Delhaize-dochter Stop & Shop test ze al. Dichter bij huis, in Eindhoven, test Albert Heijn een zelfrijdende bezorgrobot.
3. De multifunctionele winkel
Niet bepaald nieuw is de zogenaamde ‘blurring’-trend, die illustreert hoe de grenzen tussen retail en foodservice vervagen. Winkels gaan voor een stuk de functie van het (afhaal)restaurant vervullen door verse maaltijden te verkopen en ook de mogelijkheid te bieden om ter plaatse iets te eten of te drinken. Van een eenvoudig ontbijt met sap, koffie en croissants bij Carrefour Express tot volledige maaltijden bij Jumbo City en Jumbo Foodmarkt. Carrefour opende onder de naam Bon Appétit een heus restaurant in Parijs, en opent ook Carrefour Cafés in zijn hypermarkten. Het succesvolle hart van de nieuwe Delhaize Fresh Atelier formule is de saladbar van Foodmaker. Daarnaast biedt het concept een beperkt impuls- en depannage-aanbod.
Nieuwe stadsformules combineren echter niet enkel horeca- en retailfuncties, maar ook offline en online. De hype van het stadsafhaalpunt of de ‘drive piétonnier’ is vanuit Frankrijk snel naar België overgewaaid: zowel Fresh Atelier van Delhaize als de Walk-In Drive van Carrefour Express fungeren als afhaalpunt in de stad voor online bestellingen. Zo hebben buurtwinkelshoppers toch toegang tot een meer dan compleet super- of hypermarktassortiment. In Parijs doet Carrefour iets gelijkaardigs met de testwinkel Halle de Clichy, die verse en gemaksproducten combineert met digitale diensten en horeca, terwijl het foodaanbod grotendeels naar online verhuist.
Een ander opmerkelijk winkelconcept dat zowat alle denkbare functies combineert onder één dak, is Choice Market in het Amerikaanse Denver. Die is tegelijk impulswinkel, verswinkel, automatenwinkel en fast casual restaurant. Hij verkoopt zo’n 3.000 referenties. 60% van de omzet komt van de verkoop van maaltijden – zowel voorverpakt als ter plaatse bereid op bestelling. 30% van de omzet komt uit online bestellingen. Na een uitgebreide testfase plant ondernemer Mike Fogarty nieuwe openingen. Daarnaast ontwikkelde hij een onbemand robotwinkelconcept met de naam Choice Mini-Mart. Is het tijdperk van de hybride winkel aangebroken?