Daily Paper, hét Nederlandse streetwearlabel van dit moment, opent nog voor het einde van het jaar een winkel in New York. Wat begon als een gimmick ‑ T-shirts ontwerpen om een blog te promoten ‑ is intussen uitgegroeid tot een volwaardig en succesvol kledingmerk.
Champions League
“Dit is écht onze tijd. We zaten in de eredivisie en gaan nu naar de Champions League. Primetime.” Zo kondigt medeoprichter Abderrahmane Trabsini de opening van de eerste eigen winkel in New York aan in de Nederlandse zakenkrant FD. “Vanaf het moment dat we succes kregen, zeiden we dat onze eerste buitenlandse winkel in een van de grote Europese modesteden of New York moest komen. Onze website trok veel verkeer uit Amerika, dus was de keuze snel gemaakt”, verklaart zijn kompaan Hussein Suleiman de keuze voor New York.
En zeggen dat alles begon als een gimmick om hun blog over mode, muziek en sport meer bekendheid te geven. “Sommige mensen hadden nog nooit van onze blog gehoord, maar wilden wel zo’n shirt”, zegt de derde medeoprichter, Jefferson Osei. Intussen behoort de blog tot het verleden en is Daily Paper uitgegroeid tot een volwaardig kledingmerk. De hoody’s, T-shirts, joggingbroeken met logo aan de zijkanten en nylon schoudertasjes vliegen naar het schijnt de deur uit. Het geheim? “Wij zijn niet verzonnen, onze verhalen en wat wij doen zijn echt. Dat spreekt een grote doelgroep aan. Ook mensen die bij andere merken weinig aansluiting vinden”, aldus nog Suleiman.
180 verkooppunten in 29 landen
Drie jaar geleden opende het trio een eerste eigen winkel, in de Bilderdijkstraat in Amsterdam-West. Intussen zijn de producten al te koop bij 180 verkooppunten in 29 landen. Daily Paper maakte al collecties met het Duitse sportmerk Puma, werkte samen met fotomuseum Foam en met cosmeticamerk L’Oréal. Recentelijk opende het label een gloednieuw hoofdkantoor in het Amsterdamse Westelijk Havengebied, dicht bij gevestigde merken als Diesel, Calvin Klein, Tommy Hilfiger en Viktor & Rolf.
Niet verwonderlijk dus dat het label zich intussen mag verheugen in een groeiende belangstelling van grote (luxe)spelers. Al houden de drie Nederlanders de boot vooralsnog af: “Wij hebben dit als drie onafhankelijke individuen opgebouwd, dus voorlopig is de tent nog dicht. We zijn nog lang niet uitgebouwd. We waren 23 toen we de mode in stapten. De eerste tien jaar zie ik als een leerschool. Wat daarna komt, zien we dan wel weer.”