De schaduwzijde van Costa del Sol.
Ooit de armste regio van Spanje, leefde de Costa del Sol de laatste jaren op door toerisme enerzijds en agricultuur anderzijds. Groenten als tomaten, paprika’s, sla en komkommer worden vanuit Zuid-Spanje geëxporteerd naar alle uithoeken van Europa.
De lokale land- en tuinbouw wordt evenwel gedragen door illegale Afrikaanse en Oost-Europese migranten. Britse krant The Guardian schoot schokkende beelden in het Zuiden van Spanje. Velen van de arbeiders leven in verlaten boerderijen, zonder lopend water en basiscomfort. Ze hokken er met tientallen samen.
Anderen maken primitieve hutjes met groentekratten en plastic. Volgens The Guardian is het de Spaanse overheid zelf die ze naar daar bracht toen de vraag piekte. Vandaag zou de regio tot 100.000 illegale arbeiders herbergen. Hetzelfde manifesteert zich op de olijfboomgaarden iets noordelijker in Spanje.
De arbeiders zijn zelf in een te zwakke positie om iets aan de erbarmelijke omstandigheden te doen. Illegaliteit, schaamte en geldnood houden hen monddood. Een Marokkaanse bootvluchteling getuigt voor de camera’s van The Guardian bijvoorbeeld dat hij in den beginne de helft van het officiële minimumloon verdiende, maar nu door zijn reserves zit en geen werk meer vindt. Zonder papieren kan hij niet eens huiswaarts keren. Er zit niets anders op dan wachten tot ze hem weer wat tijdelijk werk geven op de velden.
Zo vergaat het velen. Aangezien het om zwartwerk gaat, is er van bindende contracten geen sprake. Landeigenaars zoeken ze op wanneer er arbeidstekorten zijn, maar laten ze weer als een baksteen vallen van zodra de vraag mindert. Het is voor de arbeiders afwachten van dag tot dag. Als ware het prostituees wachten ze iedere ochtend op straathoeken en rond de serres, hopend dat iemand ze oppikt.
Migrantenarbeiders dupe van supermarktenoorlog?
Prijzenoorlogen onder de supermarkten voegen volgens The Guardian nog een schep toe aan de wantoestanden. De Britse krant zag met de economische crisis het probleem verergeren. Wegens inflatie en toenemende concurrentie leggen supermarktenseignes toenemende prijsdruk op de leveranciers. De marges van de landbouwers worden kleiner, wat wordt doorgerekend in de arbeidsvergoedingen.
De economische crisis heeft bovendien nog andere gevolgen voor de land- en tuinbouw in Spanje. Het land kampt met een werkloosheidsgraad van 20% en acute werkonzekerheid. Spanjaarden zien zich daarom genoodzaakt zelf het werk in de serres op te nemen. Migranten worden op die manier hun enige hoop op inkomsten ontzegd. Ontworteld en berooid bevinden ze zich nu op Spaans grondgebied, zonder been om op te staan.
«Het is simpelweg slavernij. Elke menselijkheid gaat op deze manier ten onder. De oplossing is evenwel simpel : nee zeggen. Het is aan de consumenten en de distributeurs om dit een halt toe te roepen, » besluit een voormalig arbeider.
« Schuld niet afschuiven op de retailers. »
Professor in de retailmarketing Gino Van Ossel, van de Vlerick Leuven Gent Management School, wil echter niet gezegd hebben dat de supermarktketens verantwoordelijk zijn voor dergelijke situaties. « Tegenwoordig is het bon ton om alles wat misgaat te wijten aan de grote distributieketens. Dat is echter een beetje al te gemakkelijk. »
Uiteraard is er druk op de prijzen in de nasleep van de financiële crisis. Niettemin gaat men volgens Van Ossel te kort door de bocht als retailers de schuld krijgen van het feit dat producenten illegale werknemers in dienst hebben of hun medewerkers uitbuiten.
Ten eerste is druk vanwege de afnemende supermarkten op zich geen afdoend excuus voor misbruiken. Al altijd is de land- en tuinbouw een bijzonder arbeidsintensieve sector. Ook in onze contreien heeft men daarvoor oplossingen moeten zoeken, dankzij sterke regulering gelukkig steeds minder in de illegaliteit.
Ten tweede gaat de redenering dat retailers verantwoordelijk zijn voor de achtergrond van de producten die in hun rekken liggen, volgens professor Van Ossel niet geheel op. Wellicht het meest sprekende voorbeeld in dat verband zijn de Chinese fabrieken waar Apple zijn iPhones laat produceren. Dat de werkplaatsen verdacht veel weg hebben van gevangenenkampen en het aantal zelfmoorden er akelig hoog ligt, haalde reeds de media. Is het echter aan telecom-verkopers om daar verandering in te brengen?
Wie is maatschappelijk verantwoordelijk?
Om de arbeidsomstandigheden te controleren zouden de enseignes bij elke – in casu – lokale groenteteler ter plaatse moeten gaan. Onhaalbaar voor supermarktketens die wereldwijd sourcen. Onder meer om die reden doen retailenseignes beroep op tussenschakels. In de voedingsindustrie gebeurt dat op twee manieren.
Enerzijds is de meerderheid van de verwerkte voedingsproducten in de supermarktrayons afkomstig van merkfabrikanten. Zij verzorgen vanzelfsprekend zelf de aankoop van grondstoffen bij lokale producenten. Het is dan aan hen om zich te vergewissen van de arbeidsomstandigheden bij hun leveranciers. Als het gaat om producenten van nationale merken, zijn dit gereputeerde bedrijven.
Voedingsdistributeurs gaan ervan uit dat grote merkenfabrikanten als Chiquita en zo meer zorgen dat ze recht in hun schoenen staan. Gino Van Ossel schuift dan ook de verantwoordelijkheid door naar de merkfabrikanten. « Het spreekt vanzelf dat Carrefour niet verantwoordelijk is voor de cacao die Nestlé in zijn chocolade gebruikt. Nestlé is dat wel. Hetzelfde geldt voor merken die tomatensaus of olijfolie uit het Zuiden van Spanje aanbieden. »
Anderzijds bieden voedingsdistributeurs eveneens een waaier aan huismerken en merkloze producten aan. Daar is het wel aan de distributeurs om zich te vergewissen van de herkomst van de producten. Omdat het bulk echter uit de buurt komt, worden de retailers grotendeels van die taak gekwijt.
Binnen Europa bestaat dankzij de Europese Unie namelijk wetgeving die de arbeids- en productievoorwaarden over de landen heen reguleert. De grootste misbruiken zouden op die manier onmogelijk moeten zijn gemaakt.
Er is desalniettemin een donkere keerzijde van de medaille : de facto wantoestanden worden op die manier helemaal onzichtbaar. « Binnen Europa controleren ze bij mijn weten niets van de productievoorwaarden. Alleen of de voeding geschikt is voor consumptie, » geeft professor Van Ossel grif toe.
Retailers steken hun hand uit.
De vruchten van de letterlijk met zweet en tranen geleverde arbeid van de Zuid-Spaanse sans-papiers zouden volgens bovenstaande schets probleemloos door de mazen van het net glippen, en dat zou niemand kunnen verhinderen.
Nochtans beweren supermarktketens in België zelf hun best te doen om de mazen van dat net te dichten. Ze zijn zich wel degelijk bewust van de maatschappelijke gevaren in het productieproces.
Bijvoorbeeld bij Carrefour gebeurt de inkoop van Spaanse groente en fruit intern. Het enseigne geniet van zijn grootte om alles uit Zuid-Spanje in te kopen via de eigen aankoopcentrale in het land. Dat Carrefour met producenten in de besproken Zuid-Spaanse regio samenwerkt, ontkent de keten niet.
Het hele jaar door worden citrusvruchten uit Spanje geïmporteerd. In de winter neemt de Spaanse import nog toe. Zo is een groot deel van de tomaten in de supermarkten uit Spanje afkomstig. Om misbruik tegen te gaan is Carrefour momenteel echter bezig met het opstellen van sociale charters waaraan die leveranciers in de toekomst zullen moeten voldoen.
Colruyt gaat hierin nog een stap verder. De Belgische retailer heeft zich van in den beginne sterk begaan getoond met het ethische aspect van de grootdistributie. De aankooppolitiek van het enseigne bestaat er dan ook uit jaarlijks zijn groente- en fruitleveranciers te bezoeken.
Bij die bezoeken wordt het bedrijf van A tot Z bezocht, van de verpakkingshuizen tot de werkomstandigheden op het veld. Volgens Tony Debock, verantwoordelijke groente en fruit van de Colruyt groep, worden daarbij eveneens de verblijven van eventuele gastarbeiders bekeken.
Voor Colruyt is een dergelijke persoonlijke aanpak haalbaar omdat het bedrijf met een gesloten circuit van leveranciers werkt. In Spanje werkt de supermarktgroep op die manier slechts met vijf vaste producenten samen. « Dankzij dat systeem kan ik met een vrij gerust hart zeggen dat onder onze leveranciers wantoestanden worden vermeden. Wel ben ik overtuigd dat er over het algemeen nog veel misbruik bestaat, » besluit Tony Debock.
Alles welbeschouwd.
De teelt van Zuiderse groenten als tomaten, komkommers en paprika’s steunt in het Zuiden van Spanje op illegale migranten die fungeren als monddode dagarbeiders. Een uitbuitingssysteem dat nu echter zelfs in elkaar stuikt door de naweeën van de economische crisis.
Bijna 100.000 migranten komen van de regen in de drop. Maar wie met de vinger te wijzen? Zijn de supermarktketens stille medeplichtigen, zoals The Guardian in zijn reportage placht te zeggen?
Het officiële verhaal is simpel. Spanje is lid van de EU. Er geldt bijgevolg wetgeving die toestanden als die in de Zuid-Spaanse tomatenserres verbiedt. Afnemers van de lokale teelt hoeven dan toch geen extra controles uit te voeren? Enkel de wetgever moet ervoor zorgen dat zijn wetten worden nageleefd. Een logische redenering, die de ogen sluit voor de realiteit van de gestrande migranten aan de Costa del Sol.
Toch beseft iedereen dat die abstracte logica in de praktijk steken laat vallen. Het bestaan van fair trade geeft an sich impliciet toe dat er ook zoiets bestaat als « unfair trade ». Ook retailers en merkfabrikanten geven zich daar meer en meer rekenschap van. Ze begrijpen dat ze als bedrijf een zekere maatschappelijke verantwoordelijkheid dragen.
Bron: The Guardian