Aldi Nord, waartoe ook de Belgische en Nederlandse vestigingen behoren, duikt in zijn thuismarkt voor het eerst in de rode cijfers. De omzetgroei valt danig tegen en tegelijk kampt de discounter met grote investeringskosten.
“Tweecijferig miljoenenverlies”
Het is crisis bij Aldi Nord: volgens het Duitse vakblad Lebensmittel Zeitung zal de discounter voor het eerst in een halve eeuw verlieslatend zijn. Vorig jaar was de winst na belastingen in Duitsland al gehalveerd tot circa 200 miljoen euro, dit jaar zou er onder de streep “ein zweistelliges Millionendefizit” verschijnen, een verlies van minstens 10 miljoen euro dus. Enkel dankzij de winsten van de buitenlandse dochters zal Aldi Nord 2018 er alsnog in slagen het jaar af te sluiten met (een kleine) winst.
Met een omzetgroei van iets minder dan 1% blijft de groep dit jaar in Duitsland ver verwijderd van de geplande 3,5 à 4% groei. Tegelijk moet Aldi de oplopende kosten ophoesten voor de grondige modernisering van bestaande winkels en de bouw van nieuwe filialen. In 2017 kondigde Aldi Nord aan om tot en met 2020 meer dan vijf miljard euro te pompen in het bedrijf. Volgens insiders is kersvers CEO Torsten Hufnagel, die eind september Marc Heussinger opvolgde aan het hoofd van Aldi Nord, er intussen van overtuigd dat er nóg meer geld zal nodig zijn om het concern weer op het groeipad te brengen.
Geen banen op de tocht
Intussen werkt Hufnagel ook aan een radicale herstructurering van het bedrijf. Zo zou hij de buitenlandse dochters meer autonomie en zeggenschap willen geven over onder meer service, marketing, verkoop en categoriemanagement (inclusief de samenstelling van het assortiment). Ook de inkoopcentrale wordt tegen het licht gehouden.
Tegelijk zullen de arbeidsprocessen van flink wat medewerkers veranderen, al onderstreept de CEO dat er daarbij geen banen op de tocht staan: “Dit is geen besparingsprogramma, wel een groeiprogramma.” En voor die groei kijkt Hufnagel vooral naar het buitenland: “Als we willen groeien, moet onze strategie internationaler gericht zijn.”