Een Leuvense kledingwinkel heeft van de rechtbank een boete van 13.000 euro opgelegd gekregen, omdat het een mannelijke sollicitant niet wou aannemen. Discriminatie, luidt het verdict.
Zes maanden loon schadevergoeding
In Leuven moet een kledingwinkel een schadevergoeding van 13.000 euro en een symbolische bijdrage van een euro aan het Instituut voor de gelijkheid van vrouwen en mannen betalen, nadat de uitbater een jobkandidaat had geweigerd omdat hij een man is. De sollicitant, die zich kandidaat stelde voor de functie van stockbeheerder, diende klacht in bij het Instituut (IGVM) omdat hij als reactie kreeg dat de zaak voor die baan een vrouw zocht.
Het IGVM trok naar de arbeidsrechtbank en die gaf de afgewezen kandidaat gelijk: aangezien het geslacht van de sollicitant de enige reden was voor de weigering, was er sprake van discriminatie. De handelszaak moet de man daarom nu een vergoeding ter waarde van zes maanden loon betalen.
Non-discriminatiebeginsel
“Elke sollicitant moet worden geëvalueerd op basis van objectieve criteria die gelinkt zijn aan de positie. Het staat de werkgever vrij om de volgens hem of haar meest competente kandidaat te kiezen, maar de keuze wordt beperkt door het non-discriminatiebeginsel”, reageert Liesbet Stevens, adjunct-directeur van het IGVM, in De Morgen.
Het betekent dat iemand nooit geweigerd mag worden omwille van “geslacht, genderidentiteit of genderexpressie”, tenzij het om “wezenlijke en bepalende beroepsvereisten” gaat. Die vereiste kan echter alleen ingeroepen worden in situaties waar bijvoorbeeld expliciet een vrouwelijke actrice voor een rol nodig is of een zanger voor een bepaald muziekstuk. De aard van het werk is daarentegen niet bepalend, ook niet in situaties waar bijvoorbeeld sprake is van fysiek zwaar werk of om te voldoen aan klantenverwachtingen.