Vanaf volgend jaar mogen modehuizen in Frankrijk geen kledingoverschotten meer weggooien of vernietigen. Met zijn plannen wil de Franse regering de regels tegen voedselverspilling uitbreiden naar kleding, die dus voortaan gerecycleerd moet worden.
Kleding wordt circulair
Alle kleding, van peperdure mantelpakjes tot ondergoed van Zeeman, moet voortaan een tweede leven krijgen als winkels er niet in slagen de stukken te verkopen. Toch als het afhangt van de Franse regering, die in zijn plannen voor een circulaire economie ook de wegwerpcultuur in de kledingsector aan de kaak stelt. Aan die verspilling wil ze vanaf volgend jaar een einde stellen door onverkochte kledingoverschotten verplicht te laten recycleren, bijvoorbeeld door ze te schenken aan liefdadigheidsorganisaties.
Het probleem van kledingverspilling is al langer bekend: modehuizen verschepen elk jaar honderdduizenden tonnen kleren naar vuilnisbelten en verbrandingsovens. Dat is nog altijd maar een fractie van de vijf miljoen ton kleren die particulieren zelf weg doen in Europa, maar de modewereld heeft net als andere retailsectoren een voorbeeldfunctie, vindt de Franse regering. “De regels tegen voedselverspilling zullen daarom vanaf 2019 ook gelden voor de kledingindustrie”, liet premier Edouard Philippe weten.
Voor Alliance du Commerce, de Franse federatie van de kleding- en schoenenindustrie, komen de plannen niet als een verrassing. De kledingbranche krijgt immers steeds meer kritiek, ook uit de eigen gelederen: in 2015 stelde modeontwerpster Eileen Fischer nog dat ‘de kledingbranche na de olie-industrie de grootste vervuiler ter wereld is’. Reageren wil de federatie evenwel pas wanneer de concrete uitwerking van de plannen duidelijk wordt.