Sinds het begin van deze maand zijn de suikerquota die de Europese Unie bijna vijftig jaar heeft opgelegd, verdwenen. Er mag nu meer suiker geproduceerd worden en de prijs wordt vrij bepaald door de industrie.
Hogere productie, lagere prijzen
CIUS, de Europese groepering van bedrijven die suiker gebruiken, verwelkomt het einde van de quota, die zij “marktverstorend” noemt. Marktonderzoekers verwachten dat de productie van suiker bijna met een derde zal groeien over de komende vier jaar, waardoor de prijs ook met ongeveer 30% zal dalen. Aan de andere kant kunnen er ook problemen opduiken: toen de melkquota in 2015 verdwenen, kwamen heel wat melkboeren in de problemen en moesten er een pak hun bedrijf opdoeken.
Om dat te vermijden heeft de Europese Unie tussen 2006 en 2010 al 5,4 miljard euro geïnvesteerd in de industrie, om die voor te bereiden op het einde van de quota. Zo werd het Sugar Market Observatory opgericht, dat informatie moet verschaffen aan suikerboeren en ervoor moet zorgen dat de markt niet te sterk wordt verstoord.
Rietsuikerproducenten niet tevreden
Niet alle suikerproducenten zijn dan ook tevreden met de nieuwe regelgeving: zo menen producenten van rietsuiker dat ze achtergesteld worden ten opzichte van de suikerbietenboeren. Rietsuiker wordt immers vooral buiten Europa geteeld en om de markt in Europa te helpen, werden er hoge importkosten ingevoerd.
Ook op vlak van gezondheid klinkt het dat het einde van de quota tot meer goedkope suiker zal leiden en dus tot meer suiker in voeding. De EU gaat er echter van uit dat de hogere productie vooral tot meer export zal leiden en minder tot een hogere consumptie in Europa zelf, maar er heerst toch twijfel of producenten kunnen weerstaan aan de lokroep van goedkope suiker.