Concurrentievoordeel tegenover grootwarenhuizen
Volgens de bevraging bij onder meer bakkers, slagers, zuivel- en kaashandels en lokale biowinkels levert 62% van de voedingswinkels aan huis. “72% van hen doet dat zelfs bij iedere klant die daarom vraagt, terwijl de overige thuisleveraars zich beperken tot senioren en minder mobiele klanten, bedrijven of wanneer de weersomstandigheden slecht zijn”, aldus het NSZ. “Bovendien merkt 68% van de aan huis leverende buurtwinkels dat de vraag naar die leveringen de afgelopen twee jaar sterk is toegenomen.”
De winkeliers vinden dat die service inherent is aan een buurtwinkel en vragen er doorgaans ook geen extra geld voor. Alleen bij producten die in regel thuis geleverd worden, zoals ontbijtmanden, moet de klant in sommige gevallen een leveringskost betalen.
“Dat toont aan dat die lokale ondernemers van het besef doordrongen zijn dat extra dienstverlening niet alleen noodzakelijk is, maar ook loont. Het gaat immers om een service die de grootwarenhuizen niet leveren“, zegt Christine Mattheeuws. De voorzitster van het NSZ ziet deze dienstverlening in “deze vergrijzende samenleving nog veel belangrijker worden”.
Automaten minder populair
Uit het onderzoek blijkt ook nog dat 11% van de voedingswinkels – voornamelijk bakkers – een automaat heeft geplaatst om hun klanten ook te kunnen bedienen buiten de openingsuren. Nog eens 3% overweegt in de (nabije) toekomst zo’n automaat te plaatsen.
“Toch is het succes van zo’n automaat veel minder uitgesproken dan van leveringen aan huis”, zegt Christine Mattheeuws. “De helft van de handelszaken met een automaat merkt een toenemende vraag én een toenemend gebruik van de automaat, maar de andere helft niet.”