Voedselveiligheid is een prioriteit in elke supermarkt. Hoe verloopt een controlebezoek door het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen (FAVV)? RetailDetail Food was erbij.
Van riek tot vork
Samen met FAVV-controleur Louis Van den Bleeken meld ik me op een ochtend aan bij de AD Delhaize-supermarkt in het centrum van Hoogstraten. Doorgaans gebeuren controles onaangekondigd, maar omdat er deze keer een journalist bij is, verwacht ondernemer Jan Van de Peer ons. “Mijn medewerkers breng ik meestal niet vooraf op de hoogte. Ze hoeven niets speciaals te doen, ik vind dat het altijd in orde moet zijn”, zegt hij.
De frequentie van de controlebezoeken varieert naargelang het type onderneming. Uiteindelijk doet FAVV controles ‘van riek tot vork’, dus zowel in productiebedrijven als bij retailers of restaurants. Ook een risicoanalyse speelt mee: supermarkten zoals deze, met een gecertificeerd autocontrolesysteem, krijgen meer vertrouwen. Zij mogen gemiddeld om de zes jaar een volledige controle verwachten, andere winkels om de vier jaar. Wel komt een FAVV-controleur enkele malen per jaar over de vloer om stalen te nemen. De slagerij, die in deze winkel aan een externe partner is uitbesteed, krijgt vaker controle.
“Zo’n autocontrolesysteem is een wettelijke verplichting, maar de certificering ervan is vrijblijvend”, vertelt Louis Van den Bleeken. AD Delhaize Hoogstraten kreeg begeleiding van buurtsuper.be bij het opzetten en valideren van het autocontrolesysteem. Op de FAVV-website vinden winkeliers trouwens heel wat advies, bijvoorbeeld in de brochure “De weg naar een feilloze FAVV-controle”. Bovendien laat Delhaize zijn aangesloten winkeliers niet aan hun lot over: jaarlijks worden ze gecontroleerd door Food Safety Consult.
Ondernemers doen nadenken
Stel u zo’n controle door het FAVV vooral niet voor als een politie-inval. Het is niet de bedoeling om zoveel mogelijk inbreuken op te sporen en te bestraffen, wel om ondernemers te inspireren en te doen nadenken over de risico’s van hun vak. “Daarom stellen we vooral veel vragen”, aldus Louis Van den Bleeken. “Dat is een meer volwassen manier van werken.” Jan Van de Peer beaamt dat: “Zo werken we ook met ons personeel: laat ze zoveel mogelijk zelf oplossingen aanreiken.” Het bezoek begint dan ook gemoedelijk, met een babbel bij een kop koffie.
Daarbij gaat het al gauw over een recent probleem waarmee AD Delhaize Hoogstraten geconfronteerd werd: sporen van ongedierte in het magazijn. “Aanvankelijk ben je daar verlegen over, je durft er niet goed over praten. Maar toen ik het toch aankaartte bij collega-ondernemers, bleek dat het een algemeen probleem was in de wijk. We hebben daarom niet alleen een bestrijdingsfirma gecontacteerd maar ook het gemeentebestuur aangesproken. Intussen is het probleem helemaal onder controle.”
“Kijk, dat doet deugd, te horen dat een ondernemer dat zo goed in de hand heeft”, reageert Van den Bleeken. “Fouten melden is niet erg, fouten niet zien, dàt is pas erg.”
Witte stofjas
Dan trekt de controleur zijn witte stofjas aan. Dat is praktisch, en de klanten in de winkel mogen zien dat het FAVV aan het werk is. De controle begint in het magazijn, waar de goederen binnenkomen. Hier meten medewerkers de temperatuur van alle inkomende verse producten. De wettelijke toleranties staan aangegeven op het prikbord.
Van de Peer gaat verder dan de wettelijke verplichtingen: “Sinds een versoepeling van de regels zijn we niet langer verplicht om die metingen te registreren, maar we blijven het doen, omdat we het zo gewend zijn en omdat ik vrees dat we het anders zouden verwaarlozen.” Niets ontgaat Van den Bleeken echter: de vochtige doekjes bij de thermometer blijken vervallen…
Verderop in het magazijn droge voeding controleert hij de staat van de verpakkingen: is er schade, zijn er dozen aangevreten? In de koelcellen krijgt Van de Peer enkele tips: geen bakken met voeding rechtsreeks op de vloer plaatsen, en stofaanslag op de aanzuiginstallatie in het oog houden. Ook de personeelsvertrekken en de toiletten worden bezocht. In de bakkerij wordt alles netjes geregistreerd, merken we: het onderhoud van de oven en snijmachines, de tijdstippen van afbakken en afkoelen… Het meisje dat de koffiekoeken afwerkt, krijgt wel het advies om de gelatine na elk gebruik weer in de koeling te plaatsen.
Waar is de smiley?
Vervolgens bezoeken we de winkel zoals een klant dat zou doen. Bij de inkom hangt de toelating van het FAVV duidelijk zichtbaar, met het telefoonnummer van het meldpunt. De ‘smiley’ die aantoont dat de winkel over een gevalideerd autocontrolesysteem beschikt, hangt er niet. Dat is ook geen verplichting, maar Van den Bleeken wil de ondernemer toch graag aanmoedigen om het wél te doen.
In de supermarkt krijgen de koelmeubels bijzondere aandacht: telkens wordt de temperatuur gemeten en kijkt de controleur na of de verplichte thermometer er hangt. De vaste wandkoelers zijn aangesloten op een centraal monitoringsysteem, maar de mobiele koeleilanden niet.
“Op de afdeling groenten en fruit let ik op de netheid, de visuele versheid van de producten, de eventuele aanwezigheid van fruitvliegjes. Mensen denken dat we enkel voeding controleren, maar ook dierenvoeding en herbiciden vallen onder onze bevoegdheid. En zelfs echte non-food controleren we, als die in rechtstreeks contact komt met voeding. Bakplaten en ovenschalen bijvoorbeeld. Vermeldt de verpakking dat je ze moet afwassen voor het eerste gebruik? In droge voeding letten we op de etikettering, de taal, mogelijk beschadigde verpakkingen”, aldus Van den Bleeken. Conservenblikken mogen niet geblutst zijn. “Onze caissières zijn erop getraind om dat ook bij het afrekenen nog even te controleren”, vertelt Van de Peer.
Papierwinkel
Na het winkelbezoek moet ook de papierwinkel nog worden doorgenomen. De logboeken met de temperatuurregistraties van de koelmeubels bijvoorbeeld, het schoonmaakplan, de leveringsbons, de facturen van de verkoop aan andere voedingsbedrijven – denk aan lokale restaurants die zich komen depanneren. Het is belangrijk dat men snel kan traceren waar een mogelijk incident vandaan komt. Wanneer de winkelier met een probleem geconfronteerd wordt, geldt meldingsplicht, zodat het FAVV indien nodig maatregelen kan nemen.
Verdachte producten gaan in een rode zak naar het labo – dat is een interne procedure van Delhaize. In het uiterste geval kan dat leiden tot een ‘recall’. Die komen tegenwoordig vaker voor dan vroeger, maar het gaat zelden om een echte verontreiniging of besmetting. De meeste recalls hebben betrekking op de onvermelde aanwezigheid van allergenen.
Dan klapt Van den Bleeken zijn laptop open om de volledige checklist in te vullen. Elk aspect kan ‘conform’, ‘niet conform’ of ‘niet van toepassing zijn’. Net alle controlepunten wegen trouwens even zwaar in de beoordeling. Van de Peer krijgt een afgedrukt verslag dat ze samen overlopen: AD Delhaize Hoogstraten heeft zijn zaakjes goed op orde. Het verdict luidt dus ‘gunstig met opmerkingen’, het gaat om enkele kleinere aandachtspunten. De klanten in Hoogstraten mogen gerust zijn.
Wie zijn de FAVV-controleurs?
Meestal hebben ze een opleiding dieetleer, laborant of voedingstechnologie achter de rug. Belangrijker is het interne opleidingstraject dat ze doorlopen: vanaf dag één lopen ze mee met hun coaches, ervaren controleurs. Daarnaast zijn er theoretische opleidingen op de hoofdzetel, rond wetgeving, procedures, checklists…
Gaandeweg worden medewerkers ‘competent verklaard’ voor de vier competenties die ze onder de knie moeten krijgen: monsterneming, horeca/grootkeuken, slagerij en andere detailhandel. Dat vergt tussen drie en zes maanden. “Binnen de maand weet je of dit een job is die je ligt, hoor”, meent Van den Bleeken. “Er komt ook wat psychologie bij kijken. Uiteindelijk hebben we een vrij stabiel team.”