Quick “mededader”
De onverkwikkelijke affaire kwam in 2006 aan het licht tijdens sociale inspecties. Die brachten aan het licht dat de betrokken restaurants malafide schoonmaakbedrijven inhuurden, die tegen bodemtarieven konden werken omdat hun personeel in het zwart aan de slag was, illegaal in ons land verbleef, een hongerloon verdiende en onmenselijke werkuren moest presteren.
Volgens het Brusselse arbeidsauditoraat is Quick “mededader van de wanpraktijken” omdat het op de hoogte zou zijn geweest van de uitbuiting.
“Meteen actie ondernomen”
Rudy Hulsman, algemeen directeur bij Quick Restaurants, verklaart de inbreuken te betreuren “die externe schoonmaakploegen in onze restaurants zouden hebben begaan. Wij staan immers voor een correcte naleving van de wet door al onze franchisenemers. Wij leggen dat zelfs nadrukkelijk op in onze contracten met hen.” Medeplichtig is Quick volgens Hulsman dan ook zeker niet: “We zullen aantonen dat we geen enkele contractuele relatie hadden met de schoonmaakbedrijven. We zijn niet medeplichtig aan de inbreuken en zullen dat bewijzen.”
Naar eigen zeggen is de groep eind december 2011 op de hoogte gebracht van de beschuldigingen, waarna Quick de betrokken franchisehouders sterk heeft aangeraden om de samenwerking met de bewuste schoonmaakbedrijven stop te zetten. Dat is ook gebeurd sinds begin 2012, klinkt het in een persbericht. De groep heeft trouwens op 18 januari klacht ingediend tegen de strafrechterlijke verantwoordelijken van de wanpraktijken. “Wij hebben alle vertrouwen in de goede afloop van dit dossier”, aldus nog Rudy Hulsman.