Het Vlaams Parlement heeft gisteren unaniem nieuwe regels omtrent handelshuur voor pop-up winkels goedgekeurd. Het decreet maakt korte huurcontracten mogelijk en moet de bestaande rechtsonzekerheid bij huurders en verhuurders uit de wereld helpen.
Huurtermijnen korter dan één jaar
Tijdelijke winkels worden almaar populairder. De voorbije twee jaar doken ze op in zowat een kwart van alle Vlaamse gemeenten. Sommige initiatiefnemers starten zo’n zaak om een nieuw concept uit te testen, anderen zien het als een springplank om hun zaak te lanceren. Maar tot nog toe waren er geen regels voor handelshuur op korte termijn. Met alle problemen van dien. Daar hebben de Vlaamse meerderheidspartijen nu een mouw aan gepast.
Volgens Lorin Parys (N-VA), een van de indieners, slaat het decreet een “driedubbele slag. De eenvoudige regels nemen de drempels voor startende ondernemers weg: als hun handelsconcept niet aanslaat, hoeven ze geen drie jaar huur te betalen. We geven de eigenaars van winkelpanden de zekerheid die ze zoeken. En we reiken lokale besturen een puzzelstukje aan in hun leegstandsbeleid.” De N-VA’er baatte vorig jaar zelf een pop-upcafé uit op de Oude Markt in Leuven en stelde toen aan den lijve vast dat “de huidige handelshuurwet pop-ups ontmoedigt”.
De nieuwe regels hebben betrekking op alle huurovereenkomsten voor kleinhandel die korter zijn dan een jaar. Op die manier moet de bestaande rechtsonzekerheid verdwijnen, meent Open Vld-parlementslid Willem-Frederik Schiltz. Volgens An Christiaens van CD&V zullen starters die een concept willen uittesten niet langer onder de handelshuurovereenkomst op lange termijn vallen en zullen ze “zonder veel risico’s kunnen onderzoeken of hun nieuwe concept kans op slagen heeft”.