In Nederland en Duitsland zijn levensmiddelen in de supermarkten gemiddeld 10% goedkoper dan bij ons, in Frankrijk is dat 7,5%. De huismerken en discountmerken vormen daar evenwel duidelijke uitzonderingen op; de huismerken zouden in België mogelijk zelfs significant goedkoper zijn.
Distributiemerken promoten
Vande Lanotte ziet dan ook potentieel in de eigen merken van de distributeurs. Als de consument volgens de minister “telkens de goedkoopste prijs zou betalen die voor een gelijkwaardig product op de markt aanwezig is, zou het prijsverschil met het buitenland reeds aanzienlijk verminderd worden, zelfs verdwijnen.”
Daarom stelt de federale minister een systeem van “labels of stickers” voor waarmee wordt aangeduid welke huismerkproducten evenwaardig zijn aan – of zelfs beter zijn dan – hun tegenhanger uit de nationale merken. Op die manier wil Vande Lanotte de consument bewuster en kritischer doen kopen. Hoewel het idee nog een losse flodder is, zouden de warenhuisketens zich al voorstanders hebben verklaard.
Geen hogere winstmarges
Toch geeft de studie ook te kennen dat het Belgische ‘prijsprobleem’ een ingewikkelde kwestie is waarbij niet over één nacht ijs mag gegaan worden. Het onderzoek ontdekte bijvoorbeeld dat ondanks de hogere prijzen, de winstmarges hier niet hoger liggen dan elders.
Dat wijten de onderzoekers vooral aan “de eenzijdige Europese interne markt”. Met name producenten kunnen met hun producten overal terecht, maar de distributiemarkt blijft nationaal beperkt. “Zo blijft de prijs in kleinere landen als België kunstmatig hoog,” aldus de Algemene Directie Mededinging die de studie uitvoerde.
Bovendien lopen ook de prijsverschillen tussen de enseignes op tot meer dan 20%. Hoewel er volgens Vande Lanotte scherpe concurrentie heerst in de Belgische voedingsdistributiemarkt, wordt dit in de hand gewerkt doordat Carrefour slechts nipt rendabel is in ons land. De andere twee groten – Delhaize en Colruyt – zouden daardoor hun prijzen niet ver hoeven te laten zakken. Colruyt kwam overigens ook in de studie van Marketingmap als grote winnaar uit de bus, met een recordnettomarge van 7% en de laagste prijzen op de Belgische markt.
Versoepeling wet op verkoop met verlies?
Het ministerie pleit concreet voor “een diepgaand overleg samen met de sociale partners, om na te gaan hoe werkgelegenheid, concurrentiekracht en aantrekkelijke prijzen kunnen gegarandeerd worden.” Prijsblokkering zou geen oplossing bieden, een beperkte versoepeling van de wet die verkopen met verlies verbiedt mogelijk wel. Retailers zouden bijvoorbeeld in de toekomst volumekortingen mee in rekening zouden brengen om hun laagste legale prijs te kennen.
Handels- en zelfstandigenorganisaties reageren echter verontwaardigd op de uitspraken van minister Vande Lanotte. Met name Unizo is erg scherp over een mogelijke afschaffing van het verbod op verlies, die volgens hen steevast leidt tot faillissementen en jobverlies. De zelfstandigenorganisatie wijst daarbij op de nefaste gevolgen van de prijzenoorlog in Nederland, die in 2003 door Albert Heijn werd ontketend.
Ook handelsfederatie Comeos maakt brandhout van de conclusies van het onderzoeksrapport en vraagt zich luidop af of de overheid de prijzen niet nog hoger wil krijgen: “De aanbevelingen om iets aan het prijsverschil te doen, staan haaks op het rapport: ze halen de concurrentiepositie van onze handel nog verder onderuit.”
(update) Merkenfabrikanten stellen zich – vele – vragen
De merkenfabrikanten van hun kant hebben een hoop vragen en opmerkingen bij de ideeën van de minister. De Belgo-Luxemburgse Vereniging van Merkartikelfabrikanten BABM wil vooral weten hoe het ministerie een objectieve vergelijking zal kunnen maken tussen A-merken en huismerken. Daarnaast wil de BABM voorkomen dat de nieuwe informatie op een extra label “tot onnodige complexiteit en verwarring voor de consument” zal leiden.
Bovendien vinden ze dat sommige voordelen van A-merken helemaal niet objectief kunnen worden meegeteld, zoals de emotionele band met een bepaald merk. Ook de innoverende rol die A-merken spelen, die ervoor zorgt “dat de markt van de snelroterende gebruiksgoederen blijft evolueren”, is volgens hen niet meetbaar – en onmisbaar.
De volledige studie ‘Prijsniveau in supermarkten’ van de FOD Economie kunt u hier lezen.