CO2-voetafdruk al 40% kleiner sinds 2007
Philips, dat naar eigen zeggen zijn CO2-voetafdruk al met 40% heeft teruggebracht tussen 2007 en eind 2015 – onder meer door meer in te zetten op hernieuwbare energie (van 8% in 2008 naar 55% in 2014) – schakelt een versnelling hoger. Eric Rondolat, CEO van Philips Lighting, heeft in Parijs bekendgemaakt dat het bedrijf zijn emissieverlaging wil versnellen en binnen de vijf jaar tot nul wil herleiden.
“De huidige stand van zaken is dat we nu op het omslagpunt van de klimaatverandering zijn aangekomen en moeten concluderen dat alle bijdragen die wereldwijd zijn gedaan, ontoereikend zijn om een in potentie catastrofale wereldwijde temperatuurstijging af te wenden. De wereld moet ambitieuzere doelen stellen om de energie-efficiëntie te verbeteren”, aldus Rondolat.
Al is een van de oplossingen die de topman naar voren schuift niet geheel gespeend van eigenbelang: “Een snellere overstap op LED-verlichting, sterker inzetten op renovatie van bestaande stedelijke infrastructuur en bredere toepassing van LED-verlichting op zonne-energie zouden enorme voordelen bieden”, klinkt het.
“Grote rol voor verlichtingsindustrie”
Toch heeft de topman geen ongelijk. Uit onderzoek blijkt dat de wereldwijde jaarlijkse verbetering van de energie-efficiëntie twee keer zo snel kan gaan als de wereld gewoon optimaal gebruik zou maken van reeds bestaande technologieën. Dat zou al de helft van de emissieverlagingen opleveren die nodig zijn om de verwachte opwarming van de aarde te beperken tot 2°C.
Daarbij is een cruciale rol weggelegd voor de verlichtingsindustrie. Verlichting is wereldwijd namelijk ‘goed’ voor bijna een vijfde (19%) van al het elektriciteitsverbruik. Door meer in te zetten op geïntegreerde LED-verlichtingssystemen, waarmee beheer op afstand mogelijk is en de verlichting ook alleen bij behoefte wordt ingeschakeld, zijn energiebesparingen tot 80% mogelijk. “De wereldwijde transitie naar LED-verlichting zal tussen nu en 2030 een elektriciteitsbesparing van 53% opleveren vergeleken met het ‘business as usual ‘-scenario”, stelt Eric Rondolat.