De Belgische Mededingingsautoriteit (BMA) is een onderzoek gestart naar AB InBev na klachten van de Federatie van Belgische Drankenhandelaars over mogelijk machtsmisbruik. De zaak draait om vermeend concurrentieverstorend gedrag via exclusieve afnameakkoorden, marge-uitholling en kortingsschema’s.
Klachten over marktdominantie
Febed, de federatie die 200 onafhankelijke drankenhandelaars vertegenwoordigt, beschuldigt AB InBev ervan zijn dominante marktpositie te misbruiken om concurrenten uit te schakelen. Volgens Febed krijgen horecazaken betere inkoopvoorwaarden dan drankcentrales en zouden handelaars hogere kortingen ontvangen naarmate ze meer AB InBev-producten verkopen. Dit zou ten koste gaan van kleinere brouwerijen en alternatieve leveranciers. Bovendien zouden de exclusiviteitscontracten voor de horeca de Europese regelgeving omzeilen.
AB InBev ontkent de beschuldigingen en stelt dat hun afnamecontracten en kortingen conform de Belgische en Europese regelgeving zijn. De bierreus heeft naar eigen zelfs “de meest flexibele drankafnamecontracten in België“. “Het bestaande kortingssysteem voor drankenhandelaars dateert van 2023 en is op voorhand bekeken door de BMA”, aldus woordvoerder Aron Wils tegenover VRT Nws. De BMA zegt niettemin “ernstige aanwijzingen” voor mogelijke inbreuken te zien.
AB InBev was al eerder onderwerp van een mededingingsonderzoek: in 2019 legde de Europese Commissie een boete van 200 miljoen euro op vanwege praktijken die grensoverschrijdende handel tussen België en Nederland hinderden. Indien AB InBev schuldig wordt bevonden, kunnen mogelijk strenge sancties volgen die de marktdynamiek ingrijpend kunnen veranderen.