Wettelijk kader aanpassen
Momenteel eet de Belg gemiddeld 9,5 gram zout per dag. Dat is nog steeds een stuk boven de aanbevolen hoeveelheid van 6 gram per dag, maar wel al een gram minder dan in 2007. Volgens Minister van Volksgezondheid Maggie De Block is de daling een mooi resultaat. Ze stelt dat een goede samenwerking met de voedingssector medeverantwoordelijk is voor de daling.
Na het eerste onderzoek in 2007 sloot het Federaal Plan voor Voeding en Gezondheid immers een overeenkomst met de Federatie Voedingsindustrie (FEVIA) en met handelsfederatie Comeos, met als doel de toevoeging van zout in voeding te verminderen.
Die vermindering gebeurt geleidelijk, zodat de consument er niets van merkt, maar bleek in 2013 toch al aanzienlijk te zijn bij bepaalde voedingsproducten. Vooral bij brood (22 procent minder zout), vlees (tussen 16 en 36 procent), bereide maaltijden (tussen 15 en 29 procent), kazen (tussen 7,5 en 20 procent) en soepen in poedervorm (17 procent) was er sprake van een stevige daling.
FEVIA stelt dat preventiecampagnes van de overheid er ook voor hebben gezorgd dat mensen minder zout gebruiken, maar het vraagt nu wel om het wettelijk kader aan te passen. “Er zijn wettelijke beperkingen waardoor we geen vervangproducten kunnen gebruiken, omdat er in de wet staat dat het zout moét zijn. Als die wetten worden aangepast aan de innovaties van vandaag kunnen we nog verdere stappen zetten“, stelt Nicholas Courant van FEVIA tijden De Ochtend op Radio 2.