Supermarktketens Albertsons en Kroger geven hun fusievoornemen op, nadat gerechtelijke uitspraken de deal blokkeerden. De soap krijgt echter nog een staartje, want Albertsons heeft Kroger aangeklaagd wegens contractbreuk, terwijl die laatste vindt dat Albertsons zélf de afspraken heeft geschonden.
Weerstand van toezichthouders
Het zit er bovenarms op tussen de voormalige verloofden: Albertsons eist een schadevergoeding die in de miljarden loopt én een beëindigingsvergoeding van 600 miljoen dollar (570 miljoen euro), meldt Reuters.
De fusie, die twee jaar in de maak was, stuitte op hevige weerstand van toezichthouders en gerechtelijke instanties. Eerder deze week oordeelde een rechter in de staat Washington dat de fusie de concurrentie op de Amerikaanse levensmiddelenmarkt substantieel zou beperken, met name in gebieden waar beide ketens sterk vertegenwoordigd zijn. Ook een rechter in Oregon vreesde concurrentievermindering en stijgende prijzen voor consumenten.
Te weinig moeite gedaan
Albertsons beschuldigt Kroger er nu van onvoldoende actie te hebben ondernomen om aan de eisen van toezichthouders te voldoen, zoals de verkoop van winkels. Kroger wijst de beschuldigingen resoluut van de hand. Gecombineerd zouden Albertsons en Kroger met een nationaal marktaandeel van 11% de op één na grootste speler op de Amerikaanse levensmiddelenmarkt zijn geworden, achter Walmart met 17%.
Kroger heeft aangegeven dat het na interne evaluatie niet langer in zijn belang is om de fusie na te streven. Het concern kondigde een eigen aandeleninkoopprogramma van 7,5 miljard dollar aan en lijkt hiermee zijn pijlen te richten op aandeelhouderswaarde in plaats van expansie via overnames. Ook Albertsons verhoogt zijn aandeleninkoopprogramma en benadrukt zijn investeringen in nieuwe technologie. Sowieso beloven de rechtszaken de gemoederen voorlopig bezig te houden.